Nieuwsgierig om te ontdekken wat voor soort verhalen en verborgen juweeltjes dit gebied zou kunnen bevatten, begon ik aan een reis naar het noorden vanuit Edinburgh. De eerste etappe van mijn treinreis voerde me door de gouden bossen van Perthshire, Aviemore en de heuvels die de westelijke rand van de Cairngorms vormen om Inverness te bereiken, de oude hoofdstad van Schotland en transportknooppunt van de Hooglanden. Na een snelle lunch op het station en een uitstapje naar de beroemde Leakey's Bookshop in de buurt (zeker een kleine omweg waard als je de kans krijgt!), Sprong ik op de Far North Line trein die me naar Thurso zou brengen, de meest noordelijke stad op het vasteland van Schotland.
De treinreis, die ongeveer 4 uur duurde, leek veel korter. Ik kon mijn ogen niet van het raam afhouden toen we de met heide begroeide heuvels passeerden met uitzicht op de kustlijn van Sutherland, tot aan het vissersdorp Helmsdale. Daar begon de trein aan zijn reis landinwaarts door de vlaktes en veengebieden van het ‘Flow Country’. Ik was verbaasd over het aantal haltes op de lijn; voor zo'n dunbevolkt gebied is het opmerkelijk goed verbonden.
De trein nemen is ook een geweldige manier om het wat rustiger aan te doen en echt te genieten van dit deel van Schotland, en het is ook een absoluut koopje voor wandelaars en kampeerders die genoeg plaatsen hebben om hun wandelingen te beginnen en te eindigen! Mijn eerste glimpen van de Flow Country waren ongelooflijk. Kijkend naar de uitgestrekte goudkleurige moerassen bezaaid met kleine lochs en eenzame heuvels, drong het tot me door dat ik een zeer uniek deel van Schotland binnenging. We bereikten Thurso in de vroege uren van de avond, wat me een prachtig uitzicht op de stad bood bij zonsondergang, een voorproefje van wat zou komen. Nadat ik in de verte een glimp van de kerktoren had opgevangen, ging ik mijn hotel in, denkend aan de volgende dag.